Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Basedow

betekenis & definitie

Basedow (Johann Bernard), een beroemd opvoedkundige, werd geboren te Hamburg op den 11den September 1723. Hij was de zoon van een pruikenmaker, en toen deze hem in hetzelfde bedrijf wilde opleiden, ont­vlood hij de ouderlijke woning en trad in dienst bij een heelmeester in Holstein.

Deze doorgrondde ras de buitengewone gaven van den knaap en zond hem met eene uitmun­tende aanbeveling naar zijn vader terug. Johann Bernard kreeg nu verlof, om het gym­nasium te Hamburg te bezoeken en begaf zich in 1744 naar de universiteit te Leipzig, om er in de theologie te studéren. Na het eindigen van den studietijd vertoefde hij eerst in zijne geboortestad, vervolgens als rent­meester bij den heer von Quaalen in Holstein en werd toen, op aanbeveling van dezen, als hoogleeraar beroepen in de moraal en schoone kunsten, en later ook in de theolo­gie aan de Ridder-academie te Soröe. Zijne vrijzinnige gevoelens wekten de ontevreden­heid van den opperbestuurder der academie, graaf Daneskiold, en Basedow werd in 1761 als hoogleeraar verplaatst naar het gymna­sium te Altona. Hier ging hij voort met het uitgeven van geschriften en had niets ge­ringere in het oog, dan eene volslagen her­vorming der wijsbegeerte. Met dit doel schreef hij zijne “Philalethie” en verscheidene andere philosophische werken. Ook op het gebied der theologie wilde hij eene groote omwen­teling te voorschijn roepen en haar terug­voeren tot de eenvoudigheid van het oor­spronkelijke Christendom. Hij beproefde dat door de uitgave van zijn “Grundrisz der Re- ligion, welche durch nachdenken und Bibel- forschen erkannt wird (Altona, 1764)” en door een groot aantal dergelijke geschriften, die eene geweldige opschudding veroorzaak­ten onder de regtzinnige godgeleerden.

Men schreef en predikte tegen Basedow als tegen een ellendigen ketter, die niet waardig was, het leeraarsambt.in een Christelijken staat te bekleeden; zelfs het volk kwam tegen hem in opstand, en de wereldlijke magt moest er zich mede bemoeijen. Basedow werd als het ware met den banvloek beladen. De Magis­traat van Hamburg waarschuwde tegen zijne geschriften, verbood de uitgave daarvan en verzette zich tegen het gebruik van zijne schoolboeken. De geestelijkheid wilde zijn ambtgenoot Alberti niet toelaten tot het avondmaal, omdat hij tot de vrienden van Basedow bleef behooren. De Magistraat van Lubeck vaardigde een bevel uit, dat hij, die een geschrift van Basedow in de stad bragt, 50 thaler boete zou betalen. Maar juist die vervolgingen verhieven hem tot een marte­laar der waarheid en bezorgden hem ijverige aanhangers.

Reeds in zjjne vroeger vermelde theologi­sche geschriften had Basedow gewezen op de menigvuldige gebreken van opvoeding en onderwijs in die dagen. Om deze te hervor­men schoof hij de godgeleerde studiën ter zijde. Bernstorff, die tot zijne begunstigers behoorde, moedigde hem aan en bezorgde hem de noodige ruimte van tijd door hem met behoud van het tractement van zijn leeraarsambt te ontslaan. Omstreeks Paschen 176S trad Basedow op met zijn “Vorstellung an Menschenfreunde fiir Schillen, nebst dem plane eines Elemen- tarbuchs der menschlichen Erkenntnisze” en hij schetste daarin een tafereel van zijne hervormingsplannen. Hij ging daarbij uit van het juiste denkbeeld, dat men de kinderen niet met bovenzinnelijke denkbeelden moet vermoeijen, maar hen bezig houden met aan­schouwelijke voorstellingen en daarmede spreekoefeningen verbinden. Van alle kanten ontving hij brieven van aanzienlijke mannen, die hulde bragten aan den nieuwen profeet. Hierdoor kwam hij in de gelegenheid, om die een geschrift van Basedow in de stad bragt, 50 thaler boete zou betalen. Maar juist die vervolgingen verhieven hem tot een marte­laar der waarheid en bezorgden hem ijverige aanhangers.

Reeds in zjjne vroeger vermelde theologi­sche geschriften had Basedow gewezen op de menigvuldige gebreken van opvoeding en onderwijs in die dagen. Om deze te hervor­men schoof hij de godgeleerde studiën ter zijde. Bernstorff, die tot zijne begunstigers behoorde, moedigde hem aan en bezorgde hem de noodige ruimte van tijd door hem met behoud van het tractement van zijn leeraarsambt te ontslaan. Omstreeks Paschen 176S trad Basedow op met zijn “Vorstellung an Menschenfreunde fiir Schillen, nebst dem plane eines Elemen- tarbuchs der menschlichen Erkenntnisze” en hij schetste daarin een tafereel van zijne hervormingsplannen. Hij ging daarbij uit van het juiste denkbeeld, dat men de kinderen niet met bovenzinnelijke denkbeelden moet vermoeijen, maar hen bezig houden met aan­schouwelijke voorstellingen en daarmede spreekoefeningen verbinden. Van alle kanten ontving hij brieven van aanzienlijke mannen, die hulde bragten aan den nieuwen profeet. Hierdoor kwam hij in de gelegenheid, om

belangrijke wenken te geven aangaande de huisselijke opvoeding, en de belangrijkste daarvan maakte hij door den druk bekend. Op dezelfde wijze beantwoordde hij later de ontvangene brieven. Zoo ontstonden zijne “Unterhaltungen mit Menschenfreunden” en zijne “Vierteljährige Nachrichten vom Elementarwerk”. Door eene inteekening op dat “Elementarwerk” kon hij weldra over eene aanzienlijke som beschikken. Langzamerhand verscheen dat werk, - eerst in stukken en toen in zijn geheel met 100 koperen platen, meest door Chodowiecki ontworpen (Altona, 1774). Het werd in het Latijn, Fransch en Russisch vertaald en verwierf een algemeenen bijval. Zelfs Lavater, die voor ’t overige eene geheel andere rigting volgde, begroette met blijdschap de nieuwe methode van onderwijs.

Weldra kwam hij in de gelegenheid, om zelf naar die methode werkzaam te wezen. Frans Leopold Friedrich, vorst van Dessau, riep hem naar zijne hoofdstad om aldaar eene modèl-school te stichten. Deze werd geopend en met den naam van “Philantropinum” be­stempeld, omdat zij voor alle kerkgenoot­schappen was bestemd en de leerlingen er tot menschen zouden gevormd worden, die elkander leerden hoogachten en beminnen. De inrigting bloeide en wekte tot navolging, maar Basedow zelf legde na twee jaren zijne betrekking als directeur neder en woonde na dien tijd bij afwisseling te Dessau, Leipzig, Halle en Maagdenburg. Hij had vooreerst weder genoeg van opvoeding en onderwijs en bepaalde zich weder bij de theologie.

Onderscheidene godgeleerde geschriften wa­ren daarvan de vrucht. Te Maagdenburg, waar hij in 1785 gevestigd was, ontwaakte nogmaals zijn ijver voor het onderwijs, en de door hem uitgevondene methode, om het lezen te leeren, werd er op eenige lagere scholen ingevoerd. Hij overleed aldaar op den 25sten Julij 1790. Vrienden en leerlingen heb­ben er hem nabij de Kerk van den Heiligen Geest een gedenkteeken gesticht.

De gaven des geestes van dien man zijn, evenals zijne geschriften, al te zeer gepre­zen en gelaakt. Hij behoort ongetwijfeld tot de merkwaardige mannen, die in de tweede helft der voorgaande eeuw een schok hebben gegeven aan de ontwikkeling van Duitschlands bevolking. Hij bezat groote talenten, zooals ook door Göthe is erkend. In kloeke taal verdedigde hij de regten van het gezond verstand en hij was van zijne eigene gevoe­lens en beginselen zóó doordrongen, dat hij zonder eenigen schroom tegen elk vooroor­deel in het strijdperk trad.

In zijn hartstogtelijken ijver bekreunde hij zich echter veelal te weinig om eene gepaste bezadigdheid, en waar hij iets verkeerds opmerkte, daar ver­loor hij de goede zijde geheel en al uit het oog. Hij wist met zijne geestdrift anderen te ontsteken, maar zij was doorgaans bij hem zelven een stroovuur, dat hevig, maar slechts kort opvlamde. Al is op het gebied der we­tenschap zijne verdienste niet verbazend groot, toch heeft hij veel gedaan voor het onder­wijs, al was het slechts door grooten en geringen te overtuigen van de waarheid, dat het onderwijs een volksbelang is, en dat ieder zijne krachten moet inspannen om de ontwikkeling van het aankomend geslacht te bevorderen. Zijne geschriften zijn meerendeels vergeten, maar het is onbetwistbaar, dat zij uitmuntende denkbeelden en nuttige wenken bevatten, en dat verdient te hooger lof, omdat hij in dien tijd der duisternis op het schoolgebied de eenige was, die een nieuwen weg zocht te banen voor het lager onderwijs.