Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Ras

betekenis & definitie

Ras (Een) noemt men in de dierkunde de verzameling van alle individuen eener diersoort, bij welke kenmerken van bijkomenden aard in vaste kenmerken veranderd zijn, namelijk in zoodanige, die bij de voortplanting standvastig blijven. Die standvastigheid van minder eigenaardige kenmerken, namelijk van zoodanige, waardoor verscheidenheden en bijsoorten van de overige individuen van dezelfde soort verschillen, doch bij eene vermenging met laatstgenoemden verloren gaan, is dan alleen mogelijk, wanneer individuen van dezelfde variëteit zich ter voortplanting vereenigen. Het ontstaan van rassen merkt men onder de huisdieren vooral op bij de zoogdieren en vogels.

Hoe meer een huisdier aan den mensch verbonden wordt, zoodat het in voeding en behandeling van dezen afhankelijk blijft, en hoe grooter zijne verspreiding is onder verschillende volken, des te aanzienlijker is ook het aantal rassen van dezelfde soort. Daar de veredeling der huisdieren eene zaak is van hoog belang, zoekt men de deugdelijkste rassen door onderlinge paring zooveel mogeIijk zuiver te houden. Daardoor heeft het woord ras allengs de beteekenis gekregen van een voortreffelijk dier in zijne soort, zoodat men spreekt van een raspaard, een rashond, een rasschaap enz.