Baronius (Caesar), een bekend schrijver op het gebied der kerkgeschiedenis, werd geboren den 30sten October 1538 te Sora in het toenmalig koningrijk Napels. Nadat hij te Napels in de regten had gestudeerd, trok hij met zijn vader, wegens binnenlandsche oproerigheden, naar Rome en wijdde zich hier aan de beoefening der godgeleerdheid onder de leiding van Philippus van Neri, den grooten ijveraar tegen de ketters en den stichter der Congregatie van het Oratorium. Toen laatstgenoemde de betrekking van Superior dier Congregatie nederlegde, koos hij Baronius tot zijn opvolger, eene keuze, die door paus Clemens VIII bevestigd werd.
Niet lang daarna was Baronius biechtvader van den Paus, apostolisch protonotarius (1595), kardinaal (1596) en bibliothecaris van het Vaticaan. Zijne verhandeling “De monarchia Siciliae”, waardoor hij de aanspraken van den Heiligen Stoel op Sicilië en Napels wilde doen gelden, maar tevens het Spaansche hof zoo verbitterde, dat het dit boek door beulshanden in de vlammen deed werpen, was ongetwijfeld de oorzaak, waarom hij na den dood van Clemens (1607 ) niet tot paus werd verkozen , hoewel hij 31 stemmen verwierf. Hij overleed den 30sten Mei 1607 en werd in 1622 door Gregorius XV heilig verklaard.
Baronius heeft zich zeer beroemd gemaakt door zijne “Annales” of Kerkelijk jaarboeken in 12 deelen in folio. Hij heeft die vervaardigd op aansporing van Neri; zij moesten, in den geest der R. Katholieke kerk, een tegenhanger vormen van de “Centuriones Magdeburgenses” (zie onder dezen naam). Baronius noemde deze een werk des satans, maar zelfs zijne geloofsgenooten hebben erkend, dat hij zich van vervalschte oirkonden, ondergeschoven stukken, verdichtselen, sagen en legenden bediende, wanneer ze in zijne kraam te pas kwamen. Niettemin moet hem de groote verdienste worden toegekend, dat hij ook vele echte oirkonden aan het licht gebragt, talrijke feiten opgehelderd en belangrijke bijzonderheden omtrent geslachten en gebeurtenissen medegedeeld heeft, zoodat zijn werk eene onschatbare aanwinst blijft voor de geschiedenis. Het omvat de 12 eerste eeuwen onzer jaartelling.
De eerste — thans zeer zeldzame — uitgave is verschenen onder den titel “Annales ecclesiastici a Chr. nat. ad ann. 1198 (Rome. 1588—1607 , 12 dln.)”. Dadelijk na het verschijnen van het eerste deel was eene nieuwe uitgave noodig. Die van Mainz (1601, 12 dln.) is door hem zelven nagezien en voor de beste verklaard. Die jaarboeken zijn later vervolgd door Raynaldi, Bzovius, de Laderchis en Theiner. Spondanus heeft er een uittreksel uit geleverd , en gedeelten van het werk van Baronius zijn in onderscheidene talen overgebragt. Tot de overige werken van Baronius behoort ook een “Martyrologium Romanum restitutum”.