Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Baptisterium

betekenis & definitie

Baptisterium was in eene bad-inrigting de plaats, waar men warme baden gebruikte; voorts bestempelde men met dien naam ker­ken en plaatsen, waar gedoopt werd, als­mede afzonderlijke bij de kerken geplaatste gebouwen, waar men alles voor den doop in gereedheid had. Het baptisterium was rond of achthoekig, en ook wel in de gedaante van een + gebouwd, en meestal zoo groot, dat er conciliën in gehouden konden worden, want de doopplegtigheid vond gewoonlijk slechts eenmaal in het jaar plaats, en dan kwam er eene groote menschenmenigte bij­een. Het baptisterium was in twee deelen verdeeld, in den voorhof en in het heilige.

In dit laatste, waar de doop voltrokken werd, bevond zich eene groote waterkom, waarin men met 3 trappen afdaalde. Boven die kom zweefde eene gouden of zilveren duif, het zinnebeeld van den Heiligen Geest, en de muren waren met schilderijen versierd. Toen de kinderdoop en de besproeijing in gebruik kwam, zijn de baptisteriën afgeschaft en door den in de kerk geplaatsten doopvont vervan­gen, behalve in de Grieksche kerk, waar men met de onderdompeling ook de baptiste­riën behouden heeft.