De duiven (Columbae) vormen eene familie uit de orde der Hoenderachtigen (Gallinae) en uit de klasse der Vogels (Aves). De dieren van deze familie onderscheiden zich door een regten, min of meer gewelfden snavel, van boven aan den wortel voorzien van eène weeke, opgezwollene huid, waarin de neusgaten liggen, door korte, meestal roode pooten, door teenen zonder spanvlies, terwijl de achterteen op dezelfde hoogte als de voorteenen geplaatst is, voorts door lange spitse vleugels, zoodat zij snel en gemakkelijk vliegen.
Deze familie heeft slechts één geslacht (Columba L.) en 120 soorten, die in alle werelddeelen, doch niet in alle luchtstreken verspreid zijn. De meeste soorten leven in warme gewesten, en in ons werelddeel slechts 6, — in ons Vaderland slechts 3. Zij zijn zeer verschillend van grootte: de kroonduif (C. coronata L.) op de Molukken is zoo groot als eene gans, en de muschduif (C. minuta) op St. Domingo als eene musch. Van de Europésche soorten noemen wij de wilde duif (C. livia Briss.), de woudduif of houtduif (C. palumbus L.), — de kleine boschduif (C. oenas L.), — de lachduif (C. risoria L.), — en de tortelduif (C. turtur L.). Van de talrijke buitenlandsche soorten vermelden wij nog de trekduif (C. migratoria L.), die in Noord-Amerika soms voorkomt in vlugten van millioenen stuks. De duiven zijn veelal fraai van gevederte, leven gepaard, en deze paren zijn innig aan elkander gehecht; zij voeden zich met zaad en verschaffen aan hunne jongen de korrels, nadat zij die vooraf in den krop geweekt hebben. Om vermelde redenen is de duif het zinnebeeld van schoonheid, trouw, onschuld en teederheid.
Van de tamme duiven (C. livia domestica), van de wilde duif afkomstig, heeft men een groot aantal verscheidenheden, bekend onder den naam van kropper, slink, raadsheer, postduif, tuimelaar, paauwstaart enz., en Darwin ziet daarin het bewijs, dat uit soorten verscheidenheden kunnen ontstaan, die na langen tijd in zelfstandige soorten veranderen.
Het vleesch van duiven is aangenaam van smaak en ligt te vertéren, maar het wordt in vele landen, bijvoorbeeld in Rusland, om redenen van godsdienstigen aard, niet gegeten.
