Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 12-01-2018

Auditeur

betekenis & definitie

Auditeur was vroeger in Frankrijk de naam van onderscheiden lagere ambtenaren, zooals auditeur bij de Chambre des Comptes, — auditeur du Chatelet de Paris, ook juge auditeur geheeten, een alleen regtsprekend regter, die kennis nam van personéle vorderingen tot een bedrag van 50 livres, — auditeur au Conseil d’Etat, aspirant ambtenaren, geplaatst aan verschillende bureaux d’administration of bij de magistratuur, met het vooruitzigt, om op den duur in eene betrekking daarbij geplaatst te worden.

In Nederland is de naam nog behouden in den titel auditeurmilitair bij de krijgsraden en schuttersraden. Deze titularissen nemen bij die collegies, die regt spreken in strafzaken over krijgslieden te water en te land en over schutters, het ambt waar van het Openbaar Ministerie. Zij worden door den Koning aangesteld, en, voor zoover zij bij het leger behooren, uit ’s lands kas, en bij de schutterijen uit de gemeentekas betaald.

Zij zijn belast met de vervolging van de zoogenaamde militaire misdrijven, dat zijn die misdrijven, welke óf alleen door krijgslieden kunnen bedreven worden, óf die ook wel door andere burgers kunnen begaan worden, doch voor den militairen strafregter gebragt worden, omdat de schuldige in krijgsdienst is. De auditeur spoort alle feiten en omstandigheden op, die tot klaarheid kunnen brengen, welk misdrijf en onder welke omstandigheden een misdrijf gepleegd is, en wie de schuldige daaraan is; hij verzamelt de bewijzen, die noodig zijn om ’s regters veroordeelend vonnis te kunnen uitlokken; hij leidt de voorloopige instructie der zaak, vóór zij aan ’s regters kennisneming wordt onderworpen, dagvaardt den beschuldigde daarna voor den regter, en tracht dan zijne beschuldiging te staven door eene juiste uiteenzetting van al de feiten en omstandigheden, die door zijn onderzoek hem gebleken zijn, ten einde den regter tot het vellen van een vonnis in staat te stellen.

< >