Aubigné (Theodore Agrippe, chevalier d’), in het Latijn Albinaeus genaamd, een der merkwaardigste mannen van Frankrijk, werd geboren op den 28sten Februarij 1550 op het kasteel St. Maury bij Pons in Saintonge.
Hij was de telg van een adellijk geslacht en onderscheidde zich reeds vroeg door de gaven van zijn geest. De dood zijns vaders, die groote schulden naliet, noodzaakte hem, om de pen met den degen te verwisselen. Hij was met hart en ziel een Protestant en streed in 1567 en later in de gelederen der Hugenoten.
Zijn heldenmoed, die aan vermetelheid grensde, alsmede zijne gemoedelijkheid en schranderheid verwierven hem het vertrouwen van Hendrik IV. Hij zag zich achtereenvolgens benoemd tot veldmaarschalk, stadhouder van het eiland Oléron, gouverneur van Niort en Maillezais, en eindelijk tot vice-admiraal van Guienne en Bretagne. Meermalen werd hij wegens zijne vrijmoedigheid uit den kring van het hof verbannen, maar ook telkens teruggeroepen. Na den dood van Hendrik IV onttrok hij zich aan alle openbare aangelegenheden, en toen hem de R. Katholieke Hofpartij met vervolging bedreigde, begaf hij zich in 1620 naar Genève, waar hij den 29sten April 1630 overleed.
Onder zijne geschriften bekleedt de “Histoire universelle, contenant ce qui s’est passé depuis l’an 1550 jusqu’en 1601” de eerste plaats. Daarenboven heeft hij “Mémoires” uitgegeven en andere boeken, die voor de kennis van het tijdperk van Hendrik IV zeer belangrijk zijn. Omtrent zijne kleindochter Françoise d'Aubigné, later mevrouw de Maintenon, zie men onder dezen naam.