Er zijn twee steden van dien naam, te weten:
Ascoli (Asculum Picenum) is de hoofdstad der Italiaansche provincie van dien naam. Zij ligt aan de Tronto en Castellaro en telt 10 kerken, 15 kloosters en nog geen 10000 inwoners. Hare haven aan de Adriatische zee, Porto d’Ascoli, is slechts voor kleine vaartuigen toegankelijk. — Voorheen heette die stad Asculum en was de hoofdplaats der Piceners. Onder de heerschappij der Romeinen was zij volgens sommigen een municipium, volgens anderen eene kolonie. In het jaar 279 vóór Chr. werd hier de consul C. Fabricius Luscinus door de Piceners geslagen, en in het jaar 90 vóór Chr. gaven de inwoners van Asculum door het vermoorden van den proconsul Q. Servilius en van alle in de stad aanwezige Romeinen het sein tot den oorlog der Bondgenooten.
Daarom werd Asculum door den consul Pompejus Strabo ingenomen en plat gebrand, hoewel ze later uit hare asch verrees. In de 16de eeuw had zij veel te lijden van de twisten en verdeeldheden , die door den heerschzuchtigen Thomas Falcati werden aangestookt.
In 1557 viel in hare nabijheid een veldslag voor tusschen de Franschen en de Spanjaarden, en in 1596 werd er eene Synode gehouden.
Het andere Ascoli (Ascoli di Satriano) ligt in het voormalig koningrijk Napels, in de provincie Capitanata, en telt slechts 6000 inwoners. Te voren heette zij Asculum Apulum of Asculum Satrianum, en zij is beroemd wegens de zegepraal, die Pyrrhus in het jaar 279 vóór Chr. er behaalde op den Romeinschen consul Fabricius.
