Porto, doorgaans Oporto (de Haven) geheeten, de hoofdstad van een evenzoo genoemd district in de voormalige provincie Douro, is de tweede stad van Portugal en eene koopstad met handelshaven van den eersten rang. Zij is schilderachtig gelegen op 2 steile rotsgevaarten op den regter oever van de Douro, 8 Ned. mijl van den mond dezer rivier, en heeft met hare vele aanzienlijke gebouwen, met hare van rijzige torens voorziene kerken en kloosters en met de hooge draadbrug over de Douro, welke de stad met hare aan de overzijde gelegene voorstad verbindt, en met hare sierlijke tuinen van de zijde der rivier een indrukwekkend voorkomen. De eigenlijke stad is de zetel van een burgerlijken gouverneur, van een militairen bevelhebber, van een bisschop, van een hooggeregtshof enz., en wordt in 2 wijken verdeeld, terwijl zij eene bevolking heeft van ongeveer 90000 zielen (1873). De fraaiste straten van Porto zijn: de Rua nova dos Inglezes, het middelpunt van den handel, — de Rua nova di Sao Joao met vele sierlijke gebouwen, — de Rua dos Flores, de zetel der goudsmeden en juweliers,— en de Calçada dos Clérigos, — en tot de aanzienlijkste pleinen behooren: de Praça de Santo Ovidio, ter hoogte van 100 Ned. el boven den zeespiegel, — de Praça Cordoaria met den Passeio dos Virtudes, een met lindeboomen beplant terras, — de Praça da Batalha met het gebouw der Italiaansche opera, — de Praça de Sao Lazaro met een fraaijen tuin, — en de Largo de Torre da Marca, een groot plein op eene schier over de rivier hangende rots, waar zich het kristallen paleis verheft, in 1865 ten behoeve der internationale tentoonstelling verrezen.
Behalve Villanova, eene zelfstandige gemeente met ruim 5000 zielen, heeft men rondom de stad de voorsteden Cedofeita, Massarellos, Campanhaa, Londello en Paranhos. In den tijd der talrijke kloosters had men te Porto 80 kerken en kapellen; thans vindt men er slechts 2 nonnen- en eenige weinige monnikenkloosters, welke laatsten evenwel tot andere dan de oorspronkelijke oogmerken worden gebezigd. Het klooster da Serra do Pilar bijv., op eene hoogte aan de overzijde der rivier gelegen, is door den keizer dom Pedro I in eene citadél, het klooster Sao Bento in eene kazerne en het klooster Sao Francisco in eene beurs herschapen. Van de merkwaardige kerken aldaar vermelden wij de hoofdkerk, de oude kerk van Cedofeita, reeds in 559 door Theódomir, koning der Suëven gesticht, de kerk van het groote hospitaal van Sao Antonio of Misericordia, en die van Sao Francisco, van Onze Lieve Vrouw da Lapa en dos Clérigos. Van de overige openbare gebouwen noemen wij het Palacio da Bolsa, het stift Sao Antonio, de groote Engelsche Factorij, den grooten schouwburg , het paleis van Justitie, het bisschoppelijk paleis, het reeds genoemd kristallen paleis en het stadhuis. Men heeft er eene polytechnische académie, tevens zeevaart-, handel- en ambachtsschool, met eene sterrewacht, eene boekerij, een natuurkundig kabinet, een scheikundig laboratorium en een botanischen tuin, — voorts eene genees- en heelkundige school, eene académie voor schoone kunsten, een lyceum, eene nijverheidsschool, talrijke lagere scholen en andere inrigtingen van onderwijs voor jongens en meisjes, eene openbare bibliotheek met 110000 deelen en 1200 handschriften, benevens 4 muséa van schilderijen en onderscheidene leesmuséa. Tot de inrigtingen van weldadigheid behooren er het reeds vermelde hospitaal van Sao Antonio (voor 400 of 500 zieken), het Asilo portuense de primeira infancia en het Asilo de mendicidades. De stad is overvloedig voorzien van uitmuntend drinkwater en hare ligging aan de rivier begunstigt den aanvoer van levensmiddelen.
Sedert 1863 is zij met de hoofdstad des Rijks door een spoorweg verbonden, en in de laatste jaren zijn ook spoorwegen naar Braga en naar Douro aangelegd. Porto is na Lissabon de hoofdzetel der Portugésche nijverheid; men heeft er vooral katoen- en wolspinnerijen, weverijen van zuivere en gemengde zijden stoffen, fabrieken van wasdoek en hoeden, metaalgieterijen, looijerijen, bierbrouwerijen, fabrieken van aardewerk, kurken, lint, tabak, zeep, suiker enz. Het handelsverkeer is er in de laatste jaren aanmerkelijk toegenomen, en men berekent voor 1876 de waarde van den invoer op 65 en van den uitvoer op bijna 59 millioen francs, waaronder 43 millioen voor wijn, die vooral naar Engeland en Brazilië, voorts naar Frankrijk, Noord-Amerika, Hamburg en Bremen wordt verscheept. In 1875 zijn er 1066 schepen binnengekomen en 1050 vertrokken, waaronder zich telkens 273 stoombooten bevonden. De ontwikkeling der wissel- en discontobanken heeft daarmede gelijken tred gehouden.
De omstreken van Porto zijn zeer schoon en met vele villa’s versierd. — Porto is zijn ontstaan verschuldigd aan de havenplaats Porto Cale, waaruit de naam van Portugal werd gevormd. Zij was dan ook tot 1074 de hoofdstad van Portugal en nam in de 17de eeuw sterk toe in omvang, doch verloor b(j een opstand in 1757 vele voorregten. In 1808 verklaarde zij zich het eerst tegen de Franschen, en binnen hare muren vormde zich de Portugésche Junta ter behartiging der gemeenschappelijke belangen. In onze eeuw was Porto merkwaardig door het uitbarsten der omwenteling van 24 Augustus 1820, — voorts onder de heerschappij van dom Miguël door de bloedige maatregelen tegen de aanhangers van Maria II da Gloria (1828), waarbij meer dan 10000 inwoners der stad naar elders verhuisden, — alsmede door hare verdediging tegen dom Miguël van 7 Julij 1832 tot 7 Augustus 1833, toen zij het middelpunt was der ondernemingen van dom Pedro, die aldaar het besluit onderteekende omtrent de opheffing der godsdienstige orden en kloosters, — en eindelijk door meer dan één oproer, inzonderheid door dat van 8 Maart 1846, hetwelk tot het volgende jaar aanhield.