Ardebil of Ardebyl is eene stad in de Perzische provincie Aserbeidsjan op den linkeroever der Karasoe en aan den oostelijken voet van het Savellangebergte, in eene uitgestrekte boomlooze vlakte, de Sahara genoemden 1500 Ned. el boven de oppervlakte der zee gelegen.
De omstreek is er door kunstmatige besproeijing vruchtbaar gemaakt. Er zijn 6- of 7000 inwoners, die van de veeteelt en den zijdehandel leven. Men vindt er een prachtig mausoléum van den sjeik Sefi (♰ 1334), den stichter van de secte der Sefiden. In 1725 is die stad door de Turken ingenomen. In de nabijzijnde gebergten zijn talrijke geneeskrachtige bronnen, die door zieken uit alle gewesten van het Oosten worden bezocht.
Tot aan het begin dezer eeuw was Ardebil de zetel der hofhouding van prins Abbas-Mirza, die haar onder de leiding van den Franschen generaal Gardanne naar het Europésche stelsel van vestingwerken voorzag, om een bolwerk tegen Rusland te vormen. Herhaalde aardbevingen hebben in den jongsten tijd de stad gedeeltelijk verwoest. In den Russisch-Perzischen oorlog (1822—1828) kwam zij in de magt der Russen, maar werd na den vrede van Turkmantsjai aan Perzië teruggegeven. Zij is als grensplaats aan den handelsweg van Tebriz naar Lenkoran niet zonder gewigt.
