Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Apronius

betekenis & definitie

Apronius (Lucius), een Romeinsch ridder, leefde in den aanvang onzer jaartelling en diende onder Drusus in de Germaansche gewesten. Later werd hij proconsul in Afrika, en in het jaar 28 na Chr. zwaaide hij den veldheersstaf in de Nederlanden. Omstreeks dien tijd kwamen de Friezen, door de hebzucht der Romeinen getergd, in opstand. Apronius, die op het kasteel Flevum zijn verblijf hield, spoedde zich met zijne benden naar Friesland, om de oproerlingen te beteugelen, maar leed bij het woud Baduhenna eene geweldige nederlaag — zóó zelfs, dat hij de gesneuvelden ter prooi moest laten aan den vijand.

Het is onzeker, waar men dat kasteel en dat woud moet zoeken. Het eerste verhief zich waarschijnlijk aan het meer Flevo, het hart van de tegenwoordige Zuiderzee, en men heeft wel gemeend, dat Baduhenna eene Latijnsche verbastering zou wezen van Wâdherne of hoek van het wad. Met deze laatste verklaring zijn wij evenwel, wat de plaatsbepaling betreft, weinig gebaat.