Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Drusus

betekenis & definitie

Drusus is de bijnaam van een tak van het Romeinsch geslacht der Liviussen en van eenige Claudiussen.

Daartoe behooren: Marcus Livius Drusus, door zijne dochter de grootvader van Cato van Utica en in 122 vóór Chr. de ambtgenoot van Cajus Gracchus, toen deze ten 2den male het tribunaat bekleedde; voorts in 112 vóór Chr. consul en later belast met het bewind in Macedonië, — Marcus Lucinus Drusus, een zoon van den voorgaande, wiens kleindochter Livia de gemalin was van Augustus-, in 91 vóór Chr. was hij volkstribuun, doch zijne voorslagen, om eene verzoening tusschen het volk en de aanzienlijken tot stand te brengen, vonden zoo weinig bijval, dat hij op last van Quintus Varius in zijn eigen huis werd omgebragt, — Nero Claudius Drusus, een zoon van Tïberius Claudius Nero en van Livia; hij werd geboren in 38 vóór Chr., toen zij reeds weder met Octavianus gehuwd was, onderwierp in 13 vóór Chr. Rhaetië aan de heerschappij van zijn ouderen broeder, keizer Tiberius, werd vervolgens met het bewind over Gallië bekleed, opende een veldtogt tegen de Germanen, streed tegen de Usipeten en Sicambriërs, sloot een verbond met de Batavieren en Friezen en stevende door de Drususgracht — een kanaal, dat de Rijn digt bij Westervoort met de Oude IJssel bij Doesburg verbindt en door Drusus gegraven werd — uit de Rijn naar de Noordzee, om de Bructeren aan de Eems en de Chaucen aan de Weser aan te tasten, terwijl hij in het jaar 11 vóór Chr. door het gebied der Usipeten en der Sicambriërs tot aan de Weser doordrong en aldaar aan de Lippe, alsmede in het land der Katten kasteelen deed verrijzen; toen echter laatstgenoemden in 10 vóór Chr. afvallig werden, maakte Drusus, die te Rome een triomf had gevierd en tot proconsul benoemd was, zich meester van hun land en drong in het jaar 9 vóór Chr. dieper in Germanië door dan één zijner voorgangers.

Van de grenzen der Suéven toog hij noordwaarts door het land der Cherusken en bereikte de Elbe; vruchteloos poogde hij deze te overschrijden, en hij gaf last tot den terugtogt, hiertoe bewogen door eene reusachtige vrouw, die in de Latijnsche taal zijn naderend einde voorspelde; nog voordat hij de Rijn weder bereikt had, overleed hij ten gevolge van een val van zijn paard, betreurd door al zijne onderhoorigen, en vooral door zijne gemalin Antonia en zijne 3 kinderen Germanieus, Claudius en Livilla. — Laatstgenoemde huwde, nadat haar eerste echtgenoot, Cajus Caesar, een kleinzoon van Augustus, overleden was (4 na Chr.), met Drusus Caesar, den eenigen zoon van keizer Tïbérius, die in 14 na Chr. den opstand der legioenen in Pannonië dempte en in 19 Marbodus noodzaakte, om afstand te doen van zijn gebied en de wijk te nemen naar Rome; zij werd in 23 na Chr. door Sejanus vergiftigd.