Wat is de betekenis van Apronius?

ĭi, m. Romeinse mannennaam. Daarv. Aprōnīānus, Aproniaans, van A.

Apronius - , Lucius, Kom. generaal, streed in Dalmatië 6-9 n. Chr.; consul (8); onderbevelhebber van Germanicus in Germanië (16); als proconsul in Africa 18-20, bestreed A. Tacfarinas; door de Friezen verslagen (28); zijn zoon Lucius A. Caesianus, vriend van Seianus, werd in 39 consul.

Apronius - (Lucius), Romeinsch ridder, die 14 n. C. onder Drusus tegen de oproerige Pannonische legioenen en in 20 n. C. als stadhouder van Afrika tegen Tacfarinas gelukkig streed, maar in 28 als propraetor in Beneden-Germanië door de Friezen werd verslagen.

Apronius (Lucius), een Romeinsch ridder, leefde in den aanvang onzer jaartelling en diende onder Drusus in de Germaansche gewesten. Later werd hij proconsul in Afrika, en in het jaar 28 na Chr. zwaaide hij den veldheersstaf in de Nederlanden. Omstreeks dien tijd kwamen de Friezen, door de hebzucht der Romeinen getergd, in opstand. Aproniu...

1) Quintus, een satelliet van Cajus Verres en handlanger van diens wandaden op Sicilië. 2) Lucius, een romeinsch ridder, die anno 14 na Chr. onder de vanen van Drusus tegen de in opstand gekomene pannonische legioenen streed, anno 20 als stadhouder van Africa met goed geluk tegen Tacfarinas oorloogde, doch anno 28 als propretor in Neder-German...