Wij vermelden twee Duitsche dichters van dien naam:
De eerste, Johann August Apel, werd in 1771 te Leipzig geboren. Hij studeerde in zijne geboorteplaats en vervolgens te Wittenberg (1780 — 1793) in de regten, natuurkunde en wijsbegeerte en vestigde zich na volbragte studiën als advocaat te Leipzig, waar hij in 1801 raadsheer werd. Op het voetspoor van Schelling legde hij zich aanvankelijk toe op de wijsbegeerte en op de aesthetiek, zooals blijkt uit talrijke opstellen, door hem in tijdschriften geplaatst. Later leverde hij eene menigte novellen, balladen, legenden en andere gedichten, die met grooten bijval werden ontvangen. Verzamelingen daarvan zijn onder de titels “Cikaden” (4 dln. 1810 tot 1812) en “Zeitlosen” (1816) uitgegeven. Ook kwam hij op de gedachte, om door eene reeks van treurspelen de geschiedenis der dramatische kunst aanschouwelijk voor te stellen. Hiertoe verschenen “Polydos” (1805) in den trant van Aeschylus, de “Aetoliërs” (1806) in dien van Euripides, “Kallirrhoë” als vertegenwoordigende den overgang van het oude drama tot het nieuwe, “Kunz von Kaufungen” (1809) in de manier van Shakspere, terwijl andere werken van dien aard ongedrukt bleven. Daarenboven heeft hij zich met goed gevolg toegelegd op de studie der Grieksche muziek en prosodie, zoodat hij in zijne “Metrik” belangrijke opmerkingen heeft medegedeeld over den versbouw der Ouden. Hij overleed te Leipzig den 9den Augustus 1814.
De tweede van dien naam is Guido Theodoor Apel, die desgelijks te Leipzig geboren werd, en wél op den 10den Mei 1811. Hij studeerde aldaar en vervolgens te Heidelberg in de regten, maar in 1836 werd hij ten gevolge van een val beroofd van zijn gezigt. Hij trad het eerst op met een drama, getiteld “Ferdinand und Isabella.” Vervolgens gaf hij “Gedichte” (1840), “Melusine” (1844), maar het liefst beweegt hij zich op het gebied van het tooneeldicht, zooals blijkt uit zijn blijspel “Der moderne Timon”, uit zijn treurspel “Günther von Schwarzburg,” en vooral uit zijn tooneelspel “Nähkätchen”, dat bijkans in alle Hoogduitsche schouwburgen is opgevoerd. Ook heeft hij een heldendicht vervaardigd, getiteld “Die Schlacht von Möckern.” Deze dichter houdt zijn verblijf te Leipzig.