Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Advocaat

betekenis & definitie

Men geeft in ons Vaderland dezen naam aan een doctor in de regtenden titel voerende van meester (Mr.), — die op de rol der advocaten is ingeschreven en hieraan de bevoegdheid ontleent, om voor eene regtbank de regten zijner cliënten te bepleiten. Als een burger in een proces wordt gewikkeld, kan hij zijne zaak in handen stellen van een advocaat.

In sommige gevallen wordt hem door de regtbank een advocaat toegewezen. De naam advocatus beteekent bijgeroepene, alzoo iemand, die ter hulp geroepen wordt. Een goed advocaat moet bekend wezen met de wetten des lands en met de meest gewone verklaring, welke aan die wetten gegeven wordt, — voorts met alle vormen, waaraan de behandeling eener zaak gebonden is, — en eindelijk komt hem eene welsprekenheid te pas, die zich door eene heldere uiteenzetting en schrandere zamenvoeging der bewijsgronden onderscheidt en eene gevatheid, die terstond de schijnbewijzen van den tegenpleiter weet te ontzenuwen.

De stand der advocaten was te Rome in de dagen der Republiek in hoog aanzien, en dat aanzien moest bij de beschaafde volken allengs toenemen. De omvang der regtswetenschap breidde zich uit, en tevens werden de mannen, die zich beijverden, de regten der burgers te handhaven, bij uitnemendheid geschikt geacht, om de hoogste staatsambten te bekleeden. Dat aanzien is dáár het grootst, waar de regtszaken met opene deuren en mondelijk worden behandeld, — waar dus de pleitbezorgers, bij de behartiging van de regten van anderen, gelegenheid hebben, om hunne gaven op eene schitterende wijze te doen uitkomen. Zoo is het ook in ons Vaderland, in Engeland en in de Vereenigde Staten, waarbij wij gaarne Frankrijk zouden voegen, indien er het Napoleontisch gezag niet veelal een struikelblok was voor den geest van onafhankelijkheid, die den advocaat moet kenmerken. In Duitschland is dat aanzien minder groot, omdat de regtszaken er langen tijd in geheime zittingen en grootendeels schriftelijk — met eene reusachtige opstapeling van acten — werden behandeld. In den laatsten tijd betreedt men in dat opzigt een beteren weg.

In Engeland is de advocatenstand zamengesteld uit barristers, die de bevoegdheid hebben om te pleiten en doorgaans tot de hoogste staatsambten worden benoemd, en de attorneys, die regtstreeks met de cliënten handelen en hiervan het noodige berigt geven aan den barrister. De gewoonte, dat een barrister nooit minder ontvangt dan een guinie, heeft eene klasse van advocaten in het leven geroepen, die als pleitbezorgers (special pleaders) in gevallen van minder belang den attorneys te dienste staan en zich tot barristers voorbereiden. In Noord-Amerika behoorden van de eerste 7 presidenten 6 tot den stand der advocaten, en de zonen der aanzienlijkste familiën wijden er zich, evenals bij ons, aan de studie der regtswetenschap. In Frankrijk heeft men avoués en avocats. De eersten bemoeijen zich met den loop van het proces, de laatsten met het bepleiten der zaak. Om avoué te worden moet men 25 jaren oud zijn, de noodige regtskennis bezitten en een leertijd van 5 jaren doorloopen hebben. Een avocat moet licentiaat zijn, en van hem wordt een oefeningstijd van drie jaren gevorderd, waarna hij op de rol kan worden ingeschreven. Te Genève heeft men dergelijke bepalingen gemaakt, maar het onderscheid tusschen avoué en avocat is er opgeheven. Ook in België heeft men zich de Fransche wetgeving op de advocatuur tot voorbeeld gesteld.

In Nederland bestaat het onderscheid tusschen advocaat en procureur. De eerste is geroepen, om voor de regtbank alles in het juiste licht te plaatsen, wat de wet ten voordeele van zijn cliënt verkondigt. Hij staat naast dezen ter zijner hulp. De procureur, die geen doctor in de regten behoeft te wezen is de gevolmagtigde vertegenwoordiger of plaatsvervanger van zijn cliënt, zoodat hij ten behoeve van dezen overeenkomsten mag sluiten, gelden ontvangen enz. De meeste procureurs zijn echter doctoren in de regten, en zij vereenigen gewoonlijk hunne betrekking met die van advocaat.

In beschaafde landen vormen de advocaten bij de regtbank, waar zij zijn ingeschreven, doorgaans eene vereeniging, die hare belangen opdraagt aan eene orde, aan wier hoofd de deken staat.

In vroegeren tijd — bepaaldelijk in de middeleeuwen — had men in Duitschland en in ons Vaderland Kerkelijke advocaten, namelijk verdedigers van de regten van kerken en kloosters. Toen deze wegens hunne bezittingen als regtspersonen waren erkend, wendden zij zich tot magtige ridders en vorsten, om hen in regten bij te staan of gewapende bescherming te verleenen. Zulke advocaten ontvingen voor hunnen bijstand zulk een aanzienlijk honorarium, dat zij wel eens misbruik maakten van hunne betrekking, die weldra beperkt en eindelijk geheel afgeschaft werd.

Duivels-advocaat (advocatus diaboli) noemt men dengene, die zich bij het onderzoek van den levensloop van kerkelijk-godvruchtige personen tegen hunne ontworpene heiligverkla- ring verzet, terwijl zij door den Godsadvocaat (advocatus Dei) worden verdedigd.