Antiaris Leschenault is een zeer vergiftig plantengeslacht uit de familie der Urticeën en bevat boomen, die op de Oost-Indische eilanden te huis behooren. De vreeselijkste van deze is de A. toxicaria, ook wel oepas-boom of Javaansche vergifboom genaamd. Hij is 20 tot 27 Ned. el hoog en draagt geene zijtakken, maar eene sierlijke, halfbolvormige kruin met hartvormig- eironde bladeren.
Hij levert het beruchte vergif oepas-antiar. Nadat daaromtrent vele fabelachtige berigten vooral in Nederland waren verspreid, werd hy het eerst naauwkeurig onderzocht door Leschenault, die het vergif naar Europa bragt. Dit laatste is donkergroen en van vastheid als honig. Het is zeer bitter en scherp van smaak, en zelfs eene geringe hoeveelheid verwekt stoornis in de ingewanden. Er is eene extractiefstof uit bereid, antiarine genaamd. Deze is het werkzaam vergiftig bestanddeel en behoort tot de glucosieven. Wanneer men het in het bloed van dieren brengt, veroorzaakt het een plotselijken dood; het innemen heeft hetzelfde gevolg, maar minder spoedig. Op Java wordt het bloemsap van dezen gifboom verzameld, uitgedampt en bewaard. Daarna wordt het geweekt en met een ander plantensap vermengd, om er pijlen mede te vergiftigen. A. saccidora Lindl. of de sakboom levert eene bast, die zeer goed tot vervaardiging van vlechtwerk kan dienen.
