Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Alp

betekenis & definitie

(De) Alp, ook Zwabische alp, Rauh-alp en Zwabische Jura genaamd, is een gedeelte van het uitgestrekte Jura-gebergte. De eigenlijke Alp ligt tusschen de Donau en de Neckar en loopt van Sulz tot aan de omstreken van Albeck en Geislingen, alzoo van 48° 14' tot 48º 50' N.B. en van 26° 30' tot 27° 45' O.L. Hij is ongeveer 20 geogr. mijlen lang en gemiddeld 4 of 5 geogr. mijlen breed. Zijne top-pen zijn niet zoo hoog als die der naburige gebergten; de hoogste — de Hochberg in Würtemberg en de Schafberg — verrijzen niet veel hooger dan 1000 Ned. el boven den spie-gel der zee. De gemiddelde hoogte der bergketen is in het zuiden 900 en in het noorden 700 Ned. el. Op den linkeroever van de Donau vertoont zich de Alp hier en daar met steile gevaarten, maar deze verheffen zich slechts 100 of 150 Ned. el boven de oppervlakte der rivier. Men vindt er schilderachtige dalen, waar loofboomen de hellingen bedekken en de rotstoppen met de bouwvallen van ridderburgten zijn gekroond, terwijl er in de diepte de huizen van bevallige dorpen over een groenen grasgrond uitgestrooid en door tuinen omgeven zijn. Talrijke zilveren beken storten er haren vruchtbaarmakenden waterschat in de valleijen uit en spoeden zich langs deze naar de Donau.

Merkwaardiger is de noordwestelijke helling van den Alp, waarlangs op een afstand van 3 tot 5 uren gaans de Neckar hare golven voortstuwt. Hier is het berggevaarte het hoogst, en zijne steile wanden verrijzen er ter hoogte van 300 Ned. el boven den voet en ter hoogte van 500 Ned. el boven den spiegel van laatstgenoemde rivier. Die steilten zijn omringd door eene groote hoeveelheid afgebrokkeld kalkgruis. Op den ondersten gordel groeit er het graan, op den volgenden verheffen zich digte wouden van loofboomen, en hierboven steken kale rotsen hare toppen omhoog. Ook hier zijn vele van deze met ruïnen van oude kasteelen getooid. In de dalen vindt men er prachtige weiden, en sommige zijn met ooftboomen — vooral met kerseboomen — beplant, terwijl aan den mond der valleijen, waar vele dorpen en steden de bergstreek verlevendigen, ook de wijnstok tiert.

Ook uit een geologisch en paleontologisch oogpunt is dit gebergte hoogst belangrijk. Op eene Keuper-bedding verheft er zich de Jura- of oöliet-vorming. Tusschen die beiden vindt men een gelen zandsteen met talrijke overblijfselen van visschen en voorwereldlijke hagedissen (tanden, schubben, koprolieten enz.) Eerst heeft men er de leias of zwarte jura met allerlei schaaldieren, met groote en kleine ammonieten, belemnieten en bovenal met visschen en kruipende dieren (ichthyosaurus, mystriosaurus), pentracrinieten en fossiele inktvisschen, — daarna de bruine jura desgelijks met vele en fraaije versteeningen, en eindelijk de witte jura met eene menigte beenderenholen, waarin de overblijfselen van voormalige beren, leeuwen, hyenas enz. niet ontbreken. Hier en daar treedt het basalt als vulkanische vorming, en op sommige plaatsen het graniet te voorschijn.

Men heeft er geene merkwaardige bergpassen. De hoogste is die bij Arnstädt en ligt ruim 850 Ned. el boven den zeespiegel. Ook de spoorweg van Stuttgart naar Friedrichshafen loopt er overheen. Voor den geschiedkundige is de Alp belangrijk, omdat hij er, niet ver van elkaâr, de oorspronkelijke burgten vindt van twee aanzienlijke vorstenhuizen, van dat van Hohenstaufen en van Hohenzollern.