Gepubliceerd op 23-02-2021

Min

betekenis & definitie

minne, zoogster, voedstermoeder, vrouw die een vreemd kind zoogt, aan de borst heeft. Het beste voedsel voor het kind is de melk der eigen moeder (zie Kindervoeding) en ook voor de moeder zelf is het beter te zoogen dan kunstmatig de melkafscheiding te stuiten (zie Kraambed).

Dikwijls echter is wegens ziekte of volstrekt onvermogen der moeder het zelf-zoogen onmogelijk of voor het kind gevaarlijk en in die gevallen verdient minnemelk verre de voorkeur boven z.g. kunstmatige voeding met koemelk. Bij de keuze eener min moet vooral gelet worden op den gezondheidstoestand en op de hoeveelheid en hoedanigheid der melk; geneeskundig onderzoek is dringend aan te bevelen en eigenlijk onontbeerlijk. De min voor een pasgeboren kind moet liefst nog in de kraamperiode zijn, daar de vrouwenmelk in den loop der zoogperiode allerlei veranderingen ondergaat die in overeenstemming zijn met de toenemende behoefte van het kind; bedraagt het verschil tusschen de bevalling der min en de geboorte van het te zoogen vreemde kind meer dan 2—4 weken, dan is de melk voor de pasgeborene te rijk aan voedsel en daarom onverteerbaar. De meening dat het kind tegelijk met de melk ook karaktereigenschappen der min opneemt is in het algemeen ongegrond. Wat den leeftijd betreft, is een min onder de 20 of boven de 35 jaar niet aan te bevelen, de eerste niet wegens te geringe ervaring, de tweede wegens de meestal gebrekkige samenstelling der melk. Bij intredende menstruatie behoeft het zoogen slechts dan gestaakt wanneer de melk daarbij slechter wordt.

Voor do min dient bijzondere zorg gedragen, en men vermijde alles wat heimwee of bezorgdheid voor het eigen kind kan veroorzaken. Het nemen van een min als de moeder zelf in staat is te zoogen, in de hoogere standen zeer algemeen, wordt als een afkoopen van den moederplicht, op ethische en sociale gronden heden ten dage algemeen veroordeeld.