Gepubliceerd op 23-02-2021

Lotharius

betekenis & definitie

(lat. Lotharius, it., sp., port.

Lotario, fr. Lothaire, eng. Lothair, duitsch Lothar) naam van eenige vorsten.L. I, keizer van het Westen, oudste zoon van Lodewijk den Vrome, geb. 799, overl. 855, werd door zijn vader in 817 tot medekeizer aangenomen en in 820, na den dood van Bernard, tot koning van Italië aangesteld. Tegen zijn vader trad hij voorts herhaaldelijk vijandig op (zie Lodewijk I), werd na diens dood als keizer erkend (840), doch had spoedig oorlog te voeren tegen zijn broeders Lodewijk den Duitscher en Karel den Kale. Bij het verdrag van Verdun (843) behield hij, behalve de keizerskroon, Italië, westelijk Germanië tusschen Rijn en Weser, oostelijk Gallië tusschen Rijn, Maas en Schelde, Bourgondië en Provence, dat het Middenrijk werd genoemd. Tegen de Denen en Noormannen die Friesland en Neder-Lotharingen, en de Saraceenen die Provence en Italië aanvielen, streed hij ongelukkig. In 855 nam hij in de abdij van Prüm het kloosterkleed aan en overleed er.
L. II, koning van Lotharingen, geb. omstreeks 826, overl. 869, zoon van den vorige, erfde het Middenrijk, dat nu naar hem Lotharingen werd geheeten en trad als bemiddelaar op tusschen Lodewijk den Duitscher en Karel den Kale bij het congres van Koblenz (859). Paus Nicolaas I noodzaakte hem, zijn wettige vrouw, van wie hij gescheiden was, weder tot zich te nemen en te Rome vergiffenis te komen smeeken. Bij zijn dood verdeelden zijn ooms zijn staten onder elkander.
L. III van Saksen of van Supplinburg, duitsch keizer, geb. 1067, overl. te Breitenwang in Tyrol 1137, werd hertog van Saksen door zijn huwelijk met Richensa, dochter van den hertog van dat land. Hij voegde bij dit hertogdom Meissen en den Lausitz en werd na den dood van keizer Hendrik V (1125) tot diens opvolger gekozen. Hij verbond zich met het geslacht der Welf en door zijn dochter aan Hendrik den Trotsche, hertog van Beieren, ten huwelijk te geven (1127) en dwong Koenraad van Frankenland, die zich tot koning had doen uitroepen, tot onderwerping. Naar Italië deed hij twee tochten, den eerste (1132) om paus Innocentius II, die door den tegenpaus Anacletus was verjaagd, te herstellen; den tweede (1136) om koning Roger II van Napels te beoorlogen.
L., koning van Italië, overl. 950, zoon van Hugo van Vienne, kreeg na de verdrijving van deze door Berengarius van Ivrea den titel van koning, aan laatstgenoemde de uitvoerende macht latende. Door zijn huwelijk met Adelheid, zuster van koning Koenraad van Bourgondië (947), hoopte hij den steun van keizer Otto I te verwerven. Maar Berengarius en vooral diens vrouw Willa, de troon van Italië aan hun zoon Adelbert willende verzekeren, deden L., toen hem een zoon werd geboren, door vergift ombrengen.
L., koning van Frankrijk, geb. te Laon 941, overl. 986, zoon van Lodewijk IV, werd na zijns vaders dood (954) tot koning gezalfd, op voorwaarde echter dat hij aan Hugo den Groote, hertog van Frankrijk, Bourgondië en Aquitanië in volkomen onafhankelijkheid afstond. In zijn oorlog tegen keizer Otto II om het bezit van Lotharingen werd hij; bijgestaan door Hugo Capet, den zoon van genoemden Hugo van Frankrijk. Daardoor verkreeg deze zooveel invloed en gezag, dat hij na den dood van L.’s zoon Lodewijk, den troon beklom (987).

< >