WIJNVAT, o. (-en), vat voor wijn ; (fig.) onmatige wijndrinker;
...VERKOOPRECHT, o. (leenst.) voormalig recht van een heer om al den wijn van zijn gewas te verkoopen, eer iem. zijner onderhoorigen den zijnen mocht te koop bieden;
...VERLATEN, o. wijn uit het eene vat in het andere laten loopen ; wijnhandel in het klein drijven ;
...VERLATER, m. (-s), wijnkuiper; kelderknecht;
...VERSNIJDEN, o. verschillende soorten van wijn mengen;
...VERVALSCHEN, o.;
...VERVALSCHER, m. (-s);
...VLAK, v. (-ken), vlak door wijn veroorzaakt;
...VOER, o. (-en),
...VOEDER, o. (-s), groot wijnvat;
...VOORRAAD, m.;
...WEGER. m. (-s), areometer om de hoeveelheid water te bepalen, die onder den wijn is gemengd;
...WERKER, m. (-s), wijndrager ;
...ZAAK, v. (...zaken);
...ZAK, m. (-ken), leeren zak waarin (Spaansche) wijn bewaard wordt; (fig.) wijndrinker;
...ZUIPER, m. (-s);
...ZUIPSTER, v. (-s).