Gepubliceerd op 24-02-2020

Rouwen

betekenis & definitie

Het begrip rouwen heeft 3 verschillende betekenissen:

1. rouwen - rouwen - (rouwde, heeft gerouwd), rouw dragen: over wien rouwt gij ?;
— (spr.) het is altijd rouwen en trouwen, de wereld is vol afwisseling. ROUWER, m. (-s).

2. rouwen - rouwen - (rouwde, heeft gerouwd), het rouwt mij, ik heb er berouw van. ROUWER, m. (-s).

3. rouwen - rouwen - (rouwde, heeft gerouwd), laken herhaald strijken met de eivormige, vol kleine weerhaken zittende vruchtomkleedselen der kaarddistel, waardoor de haartjes van het laken meer en gelijkmatig naar buiten getrokken en in eene zelfde richting neergestreken worden; rouwen uit het lste, 2de, 3de, 4de water, voor den zooveelsten keer; vergelijk ROUWBAK. ROUWER, m. (-s).