Gepubliceerd op 24-02-2020

Rond

betekenis & definitie

Het begrip rond heeft 4 verschillende betekenissen:

1. rond - rond - bn. bw. (-er, -st), regelmatig gevormd, zonder hoeken, in tegenstelling met vierkant: zoo rond als een appel, als een cirkel, als een cilinder, als een ei ; de aarde is rond ; ronde borden ; ronde en vierkante tafels ; de ronde pijp van eene kachel: een ronde hoed, een fantasiehoed; ronde letters, mot ronde omhalen ;
— goed gevuld, vleezig : dikke ronde wangen; volle ronde armen en beenen ; zich rond eten, een ronden buik hébben ;
— nauw keurig gevormd, waaraan niets te veel of te weinig is : een ronde toon, zeer zuiver en vol;
— een rond getal, dat op eene of meer nullen eindigt; eene ronde som, eenige keeren 10 of 100 : in eene ronde som was het ƒ 700 ; rond zou dat 4 millioen opleveren, ongeveer ; die rit is rond 20 KM., ongeveer ;
— een rond jaar, volkomen, nauwkeurig ;
— oprecht, openhartig: rond antwoorden, zonder eenige veinzerij ; rond met iem. omgaan; rond voor zijne meening uitkomen; het is een ronde kerel, die met iedereen rond omgaat;
— (spr.) goed rond, goed Zeeuwsch, de Zeeuwen zijn oprechte menschen ;
— zuiver: het is de ronde waarheid.

2. rond - rond - bw. in het rond.

3. rond - rond - vz. rondom : zij zaten rond de tafel; het kerkhof rond de kerk.

4. rond - rond - o. (-en), rond voorwerp, cirkel: in het rond ; halfrond ; de twee halfronden op de wereldkaart; zie RONDJE.