Het begrip rompslomp heeft 2 verschillende betekenissen:
1. rompslomp - rompslomp - bw. ruw, wild, slordig, in wanorde ; voorheen werd het woord inz. gebruikt bij het koopen en verkoopen van zaken, die men niet nauwkeurig telde, berekende, thans bij den roes gezegd ; van hier de zegsw. : rompslomp, twaalf eieren, dertien kiekens; rompslomp, vijf schapen, twintig voeten.
2. rompslomp - rompslomp - m. warboel; lastige omgeving : de zaak levert veel op , maar ik kan toch dien rompslomp niet aanhouden ;
— er is te veel rompslomp bij, bijzaken, niet direct noodig;
— dat is een heele rompslomp, allerlei vervelende zorgen, omslachtige drukte.