Reizend - bn. niet bestendig op eene plaats verblijf houdende; een reizend koopman, die met zijne waar door het land trekt;
— een reizend tooneelgezelschap; eene reizende menagerie, die nu hier, dan daar vertoond wordt; eene reizende bibliotheek, die niet steeds in eene plaats is, maar na verloop van 6 mnd. meestal naar elders gezonden wordt.