Gepubliceerd op 22-11-2018

Ram (2)

betekenis & definitie

Ram (2) - RAM m. (-men), (scheepsb.) zeker zwaar en vierkant stuk hout, dat, door vele lieden in beweging gebracht, dient om op wiggen te bonzen, die een schip in beweging moeten brengen om het van stapel te doen loopen;

heiblok dat met de handen bewogen wordt,
— hydraulische ram, toestel dat berust op de voortstuwende kracht van stroomend water en dient om zware lasten te heffen; vooral geschikt om hooggelegen tuinen of de bovenvertrekken van gebouwen uit eene voorbijvlietende beek van water te voorzien.

< >