Het begrip personeel heeft 2 verschillende betekenissen:
1. personeel - personeel - 1. Personeel bn. persoonlijk; personeels belasting, rijksbelasting die men voor zijn persoon of als hoofd van een gezin betalen moet: de personeels belasting wordt berekend naar de huurwaarde, haardsteden en meubilair, en verder van dienstboden, paarden en rijwielen;
— personeele vrijheid, de vrijheid van ieder persoon;
— in den twist personeel worden, personaliteiten zeggen;
— het abonnement, de toegangskaart is strikt personeel, voor niemand anders geldig;
— (recht.) personeele crediteur, die geen onderpand voor zijne schuldvordering heeft.
2. personeel - personeel - 2. Personeel o. personeele belasting : wet op het personeel;
— al de personen die een tooneeltroep, een orkest, een bureau enz. samenstellen;
— korps ambtenaren : voor zoo iets is een heel personeel noodig;
— mijn personeel, de menschen die ik in dienst heb;
— het dienstdoend personeel.
