Gepubliceerd op 22-11-2018

Persoonlijk

betekenis & definitie

Persoonlijk bn. bw. den persoon betreffend, daartoe behoorend : iemands persoonlijke hoedanigheden; eene persoonlijke beleediging; een persoonlijk feit;

— een persoonlijk recht, recht dat iemand als persoon heeft, wel te onderscheiden van personenrecht;
— een persoonlijk onderhoud, met den persoon zelf;
— iem. persoonlijk kennen, van aangezicht, van uiterlijk;
— aan een strijd persoonlijk deelnemen, als persoon;
— (taalk.) persoonlijke voornaamwoorden, de woorden die zelfstandigheden aanduiden met onderscheiding van den spraakkunstigen persoon;
— persoonlijke werkwoorden, werkwoorden die niet onpersoonlijk zijn.