Gepubliceerd op 01-11-2018

Onpersoonlijk

betekenis & definitie

bn. bw. geen persoon zijnde, geen zelfbewustzijn, geen eigen aard hebbende: deze schilder werkt onpersoonlijk;

— een onpersoonlijk God, niet op een bepaalde of een bekenden persoon betrekking hebbende: deze opmerking is onpersoonlijk; bij het bespreken van misstanden valt het moeilijk onpersoonlijk te blijven, niet persoonlijk te worden;
— (spraakk.) onpersoonlijke werkwoorden, die een werking voorstellen als uitgaande van een onbepaalde zelfstandigheid: onpersoonlijke ww. komen alleen in de onbepaalde wijs en de derde pers. enk. voor, bv. het regent, het sneeuwt;
— bw. een werkwoord schijnbaar onpersoonlijk gebruiken.

< >