(legde en leide onder, heeft ondergelegd en ondergeleid), iem. onder zich op den grónd leggen bij eene worsteling, hem doen onderliggen: in een oogenblik legde hij den jongen onder, en gaf hem een duchtig pak slaag; (van zaken) iets zóó plaatsen, dat het onder iets anders komt te liggen : zoodra de eene poot van het kalf bij de geboorte in de scheede gebracht is, moet men dezelve aan het lint met een ondergelegd kompres in de scheede trachten te houden; ik zou die goede broedhen de eieren onderleggen;
— (onderlegde, onderleide, heeft onderlegd, onderleid), (van stoffelijke voorw.) ze steunen door er iets onder te loggen : om het inzinken der raderen en het omwoelen van den bodem te voorkomen, wordt het geschut met houten beddingen onderlegd;
— een vat onderleggen, het vast doen liggen door het van onderen met houten te steunen, of wel, er van achteren houten onder leggen, om het schuins te doen liggen en dus het onderste te kunnen aftappen;
— (boekdr.) (van gedeelten van een ter perse gaand blad, die te flauw afdrukken) ze, door er op de timpaan strookjes papier onder te leggen, een weinig ophoogen, ten einde op die plaatsen een krachtiger afdruk te verkrijgen : die cliché drukt te flauw af, die moet ge onderleggen;
— (fig. van pers.) hunne opvoeding of opleiding zóó besturen, dat zij zedelijk of verstandelijk behoorlijk voorbereid zijn voor de taak, die hen wacht: hij heeft een uitstekend onderwijzer gehad, die hem goed onderlegd heeft.