ZICH, wederkeerend voornw. van den datief en accusatief van den derden persoon van alle geslachten en getallen : zij geeft zich (3de nv.) moeite; zij kwetsen zich (3de nv.); zichzelf, zichzelve, zichzelven; hij leeft voor zichzelven, hij verkeert niet in gezelschappen, (ook) hij is zeer baatzuchtig; geen geld bij zich (op zak) hebben.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk