(lag onder, heeft ondergelegen), beneden liggen : het rad van avontuur draait snel, en wie heden boven is, ligt morgen onder;
— onder iem. op den grond liggen, na eene worsteling: Hendrik greep Jan, die onderlag, bij het been; voor iem. onderdoen, bij hem achterstaan, minder zijn dan hij;
— (w. g.) (van landen, plaatsen, ruimten enz.) onder water liggen, men zegt gewoonlijk onderstaan: die landen hébben den heden winter ondergelegen.