Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbezwaard

betekenis & definitie

bn. (van pers.) niet bezwaard, door geene bezwaren weerhouden : onbezwaard zijn, zich onbezwaard vinden of gevoelen, geene bezwaren gevoelen : ik gevoel mij onbezwaard u dat mede te deden;

— niet bezwaard, niet gedrukt door bezwaren en zorgen, onbezorgd, onbekommerd : mogen we onbezwaard den slaap in de armen vallen !; gezegend die dus zwoegt, met onvermoeide leden, en onbezwaarde ziel;
— niet met schulden of lasten bezwaard, vrij van lasten, inz. van hypotheken, die er op drukken: mijne goederen, die alle onbezwaard zijn, zijn aanzienlijk.