Gepubliceerd op 19-09-2018

Macht

betekenis & definitie

Macht v. sterkte, lichamelijke kracht: dit is (of gaat) boven mijne macht; uit alle macht loopen, schreeuwen, zoo hard als men kan; uit alle macht; hij had de macht niet om op te staan; de macht zijner longen was verbazend;

— met kracht en macht, met inspanning van alle kracht en iets met kracht en macht doorzetten;
— boven zijne macht werken, met de handen boven het hoofd;
— vermogen om iets te doen; het beschikken over middelen om zijn wil te doen eerbiedigen of zijn invloed te doen gelden hij heeft de macht om te doen wat hij wil; op het toppunt zijner macht staan; de macht uitoefenen; van zijne macht misbruik maken, zijne macht misbruiken; macht hebben over leven en dood;
— ik heb het in mijne macht, het hangt van mij af;
— ik heb hem in mijne macht, ik kan met hem doen wat ik wil;
— hij is niet bij machte om te betalen, niet in staat;
— hij heeft weinig macht op hem, weinig invloed;
— invloed, belang, beteekenis: de macht van het kleine;
— de Compagnie was eene macht in den Staat;
— de rechterlijke macht; aan den Koning is de uitvoerende en aan de Staten-Generaal de wetgevende macht opgedragen;
— volmacht, machtiging, bevoegdheid: zijne macht te buiten gaan; daartoe heb ik geen macht;
— persoon die in een zedelijk opzicht met eene macht bekleed is, hij die macht heeft, de overheid (mv. -en): de wetgevende macht; wij hebben te gehoorzamen, aan de machten, die over ons gesteld zijn;
— de wereldlijke, de kerkelijke macht; de hemelsche machten, de goden of machtige geesten; de helsche machten;
— mogendheid, staat (mv. -en): de oorlogvoerende machten;
— een groot getal, inz. van gewapenden: eene macht, van menschen; met zijne gansche macht trok de veldheer tegen de stad op; legermacht; landmacht, leger zeemacht, vloot;
— (Zuidn.) er zijn appelen met de macht, in overvloed;
— hij heeft eene macht van geld, zeer veel geld;
— (nat.) kracht welke de oorzaak is eener beweging; eene der krachten die op een hefboom werken, in tegenstelling met last;
— (wisk. ) product van gelijke factoren 27 is eene macht van 3 (aangeduid door 33, 3 in de derdemacht = 27 of 3 X 3 X 3).