Losheid v. toestand van hetgeen los is: de losheid van een weefsel;
— (fig.) veranderlijkheid de losheid van het weer;
— ongedwongenheid, losse zwier: hij doet alles met eene zekere losheid, die dadelijk voor hem inneemt;
— onbedachtzaamheid, losbandigheid hij is van de losheid zijner jeugd teruggekomen.