KNAPPEN, (knapte, heeft en is geknapt), een knappend geluid maken het vuur knapt aan den haard; met den duim en den vinger knappen; met de zweep knappen; met een knap breken, bersten, splijten, springen het pennemes, de schotel is geknapt; ik hoorde het lampeglas knappen; knappend eten, bijten hij zat een beschuitje te knappen; vlas of hennep braken; knaphandig grijpen; met een knap dooden, te bersten drukken met den nagel van den duim, knippen eene luis knappen; (spr.) een uiltje knappen, een dutje doen; (Zuidn.) bits antwoorden; vangen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk