v. (-s), de eetbare meelachtige vrucht van den tammen kanstanjeboom; de oneetbare vrucht van den wilden kastanjeboom; (spr.) iem. de kastanjes uit het vuur laten halen, door een ander een gevaarlijken of lastigen arbeid laten verrichten en zichzelf buiten schot houden, terwijl men er zelf het meeste voordeel van trekt;
—, m. (-s), kastanjeboom.