Het begrip kantje heeft 2 verschillende betekenissen:
1. kantje - KANTJE, o. (-s), kleine zijde of rand; zeer smalle kant;
— (fig.) men moet van zijn kantje blijven, men mag hem niet aanraken, men mag hem niet te na komen;
— hij loopt de kantjes af, let op kleinigheden, gaat alles nauwgezet na;
— hij kan zijn kantje keeren, hij is berekend voor zijne taak; (ook) hij is gegoed;
— het zal op zijn kantje staan, het zal er om houden, het is haast onzeker; hij was op het kantje van heen te gaan, op het punt;
— kleine kant (zie KANT, 2e art.)
2. kantje - KANTJE, o. (-s), (haringv.) vaatje, dat ongeveer 620 stuks haring bevat.