Wat is de betekenis van vaatje?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vaatje

vaatje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vat 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vaat

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

vaatje

vaatje - Houders in de vorm van een vat, die worden gebruikt om vloeistoffen in te bewaren met een inhoud tot ongeveer 115 liter, een tapgat aan de bovenkant en een spongat in de buik.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vaatje

s.n., fetsje (it); — voor zout of mosterd, lokje (it).

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vaatje

o. vaatjes (klein vat): zegsw. uit een ander vaatje tappen, anders spreken, handelen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vaatje

o. (-s) vklw. van ➝ vat.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vaatje

o. (-s), verkl. van vat; o.a. in de zegsw.: uit een ander tappen, iemand anders toespreken of behandelen dan tevoren.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)