vaatje
vaatje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vat 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vaat
Wiktionary (2019)
vaatje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vat 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vaat
Getty Research Institute (1990)
vaatje - Houders in de vorm van een vat, die worden gebruikt om vloeistoffen in te bewaren met een inhoud tot ongeveer 115 liter, een tapgat aan de bovenkant en een spongat in de buik.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), verkl. van vat; o.a. in de zegsw.: uit een ander tappen, iemand anders toespreken of behandelen dan tevoren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: