Gepubliceerd op 13-09-2018

Immers

betekenis & definitie

IMMERS, bw. toch : gij komt immers morgen ? dat is immers niet waar ? (voegw. bw. ter verbinding van twee zinnen, waarvan de tweede den bekenden grond of de oorzaak inhoudt van hetgeen in den eersten beweerd wordt), want: terecht stellen vele ouders prijs op het onderwijs hunner kinderen; immers door het onderwijs wordt het verstand der kinderen ontwikkeld en hun geest versierd met nuttige kundigheden.