Het begrip guts heeft 2 verschillende betekenissen:
1. guts - GUTS, v. (-en), (timm.) een beitel die in dwarsdoorsnede een gebogen vorm heeft, een beitel met hollen bek; de rechte guts is aan den buitenomtrek aangescherpt, de verkeerde guts aan den binnenomtrek;
— gutsvormig gedeelte van het boorijzer van eene centerboor.
2. guts - GUTS, v. (-en), eene guts water, hoeveelheid water die in eens uitgegoten wordt, bv. uit een emmer;
— eene guls melk viel op den grond, wat bij het storten, morsen in eens uit de kan vliegt.
