Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSTEEKSEL

betekenis & definitie

o. (-s), het van een voorwerp afgestokene, een afgestoken gedeelte; meest gezegd van veenaarde die met de spade van den ondergrond afgegraven is;

— de oesters worden per pan, per afsteeksel verkocht, de van de pan losgemaakte laag kalk met het daarop zich bevindende oesterzaad;
— (Zuidn.) afsteek.

< >