Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Weldoen

betekenis & definitie

(deed wel, heeft welgedaan), goed, goede werken doen, weldaden verspreiden, helpen, ondersteunen: behoeftigen weldoen; hij gebruikte zijn rijkdom om wel te doen ; hij heeft veel welgedaan ; weldoen en blij zijn ; (spr.) doe ivel en zie niet om, doe het goede zonder op de gevolgen te letten, zonder dank of lof daarvoor te wachten; — (de onbep. w. als zn.) weldadigheid.