v. (-en),
1. het veranderen, anders maken of worden : alle verandering is geen verbetering', verandering van geloof, van denkwijze ; — keer : er is verandering in de ziekte gekomen; afwisseling : van verandering honden ; (spr.) verandering doet leven, geeft nieuwe lust; verandering van spijs doet eten;
2. een bep. daad van veranderen, wijziging: een verandering maken, aanbrengen, ondergaan; grote veranderingen.