Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Toelaten

betekenis & definitie

(liet toe, heeft toegelaten),

1. toegang geven, binnenlaten;
—(van personen) iem. in huis, op een erf toelaten; er mag niemand bij de zieke toegelaten worden;
—(van zaken) het water, dat door de pomp wordt voortgeperst, kan door middel van ventielen vóór en achter de zuiger worden toegelaten;
2. (oneig.) (door toegang te verlenen) de gelegenheid of toestemming geven om een bep. handeling te verrichten, ergens aan deel te nemen enz.: een leerling aan het gymnasium, op school toelaten; tot een examen toelaten;
toegelaten worden, slagen: geëxamineerd 16 candidaten, toegelaten 12;
— (van dieren) ze bij een exemplaar van het andere geslacht voeren, opdat dekking kan plaats hebben: bij die stier waren 83 koeien toegelaten;
— (van vrouwelijke dieren) zich laten dekken: de moer werpt na vier weken en is dan

onmiddellijk weder bereid de rammelaar toe te laten; 3. goedvinden, toestaan, er zich niet tegen verzetten: geen persoonlijk eigendom wordt toegelaten; de kleinste toe te laten hoogte van de tunnel was 3 meter; straffen die bij de wet zijn toegelaten; ik zou, nooit toelaten dat ze zich zo opdirkt; — oogluikend toelaten, door de vingers zien: — voor zover de welvoegelijkheid dat toelaat;

4. mogelijk maken, ten gevolge kunnen hebben: dit laat geen andere verklaring toe; zij deed meer dan haar zwakke krachten haar toelieten; als het weer het toelaat, bij gunstig weer.