‘Oogluikend’, afkomstig van een ww. luiken, dat: sluiten betekent, en waarvan afgeleid zijn het znw.: luik (houten of ijzeren deksel of deur tot afsluiting van een muur-, vloer- of zolderopening) en h... Lees meer
Hetzelfde als: een oogje dichtdoen (zie 6811). ‘Oogluikend’ is gevormd door ‘oog’ en ‘luiken’. Vgl.: ontluiken, beluiken (beloken Pasen, d.i. de zondag, waarmee de Paasweek eindigt). Vgl. Rijmbijbel 1... Lees meer