bn. bw.
1. redelijk, vrij goed: hij heeft het er nog al tamelijk afgebracht;
2. vrij behoorlijk van grootte, nog al groot: een tamelijk vermogen;
3. vrij, nogal: dat is tamelijk goed bewerkt: de zieke is tamelijk wel; tamelijk veel omstanders.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: