Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPECTATOR

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-s), toeschouwer; opmerker; bekend als titel van weekbladen met een moralistisch-didactische strekking sinds de eerste helft van de 18de eeuw: de Hollandse Spectator, door Justus v. Effen van 1731—35 uitgegeven; de Nederlandse Spectator, naam van een bekend weekblad (van 1860 tot 1906).

< >