Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schermen

betekenis & definitie

(schermde, heeft geschermd),

1. naar zekere kunstregels oefeningen of een oefengevecht houden met een degen of ander blank wapen of met een stok : schermen met de sabel, de bajonet, de lange en de korte stok; leren schermen; hij schermt meesterlijk;
2. (bij verg.) bewegingen maken als bij de onder 1. genoemde handeling, druk in het rond zwaaien: met de armen schermen; — de kieviten schermen, werpen zich langs allerlei kronkelbewegingen de lucht in om zich bij het wijfje aangenaam te maken;
3. (fig.) met iets schermen, het met veel drukte of in het wilde als argument gebruiken ; met woorden schermen, grote woorden gebruiken : — in de wind, in de lucht, in het wild schermen, redeneren zonder vaste grondslag; ook: strijd voeren tegen een standpunt dat niemand inneemt; — lang over en weer dingen en bieden : zij schermden lang over die koop;
4. (Zuidn.) strijden : — over iets schermen, drukte maken over.