Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bajonet

betekenis & definitie

v. (-ten),

1. geweerdolk, een steekwapen, reeds in ’t midden der 16de eeuw vermeld, waarmede de geweerloop van boven wordt voorzien: een aanval met gevelde bajonet; — (fig.) de bajonet afslaan, de strijd staken ; (ook) zijn beroep vaarwel zeggen; — mijn raad werd, mijn woorden werden op de bajonet ontvangen, zeer onwelwillend, vijandig ; — (scherts.) op blote bajonetten, op blote voeten ;
2. een afdeling van 1000 bajonetten, soldaten.

< >