Werkwoorden vervoegen
schermen
Tegenwoordige tijd schermen
Ik scherm
Jij schermt
scherm jij?
U schermt
Hij/Zij/Het schermt
Wij schermen
Jullie schermen
Zij schermen
Verleden tijd van schermen
Ik schermde
Jij/U schermde
Hij/Zij/Het schermde
Wij schermden
Jullie schermden
Zij schermden
Voltooid deelwoord van schermen
geschermd
Tegenwoordig deelwoord van schermen
schermend